Ajax ontvangt Galatasaray: dit zijn de sterktes en zwaktes van de Turkse topclub
In dit artikel:
Woensdag speelt Ajax in de Johan Cruijff ArenA tegen Galatasaray in de vierde speelronde van de Champions League. De Turkse club is in eigen competitie ongeslagen na elf duels (negen zeges, twee remises) en heeft met vijf tegengoals de minst gepasseerde defensie van de Süper Lig. In Europa staat Galatasaray op zes punten dankzij overwinningen op Liverpool en Bodø/Glimt; de uitschieter was een pijnlijke 5-1-nederlaag tegen Eintracht Frankfurt, die duidelijke scheuren in hun systeem blootlegde.
Onder trainer Okan Buruk hanteert Galatasaray een aanvallende 4-2-3-1, met veel opkomende backs en breed spel over de flanken. De opbouw komt vaak via Lucas Torreira, die zich tussen de linies vrij beweegt, waarna snel de flanken worden gezocht. Bij balverlies zoekt de ploeg direct druk, met Victor Osimhen als aanslepende aanslaggever en Yunus Akgün die veel terrein bestrijkt. Door die gedurfde benadering krijgen centrale verdedigers zoals Sánchez en Bardakci weinig rugdekking; rechtsback Rolland Sallai — van oorsprong aanvaller — laat in omschakeling ruimte vallen.
De grootste dreiging is Osimhen: snelheid, kracht en uit-loopacties maken hem een constante wagenwijdte achter de verdediging. Sané trekt aandacht en creëert daardoor ruimte voor spelers als Baris Yilmaz en Akgün, terwijl Torreira het tactische evenwicht bewaakt.
Kansen voor Ajax ontstaan vooral achter de opkomende backs: links kan Godts profiteren van Sallai’s hoge positie. Ook door slimme rotatie en het uitspelen van druk in het centrum kan Ajax gaten forceren. Cruciaal blijft een strakke omschakelingsorganisatie en snelheid achterin om Osimhens counters — en het voortdurend spelen op het randje van buitenspel — te neutraliseren.