Anis Hadj Moussa wordt ten onrechte belachelijk gemaakt om interview na Ajax - Feyenoord
In dit artikel:
Anis Hadj Moussa zorgde zondagmiddag na de 2-0 nederlaag van Feyenoord bij Ajax in de Johan Cruijff ArenA opnieuw voor opschudding met een interview waarin hij stelde dat Feyenoord “veel kansen” had gecreëerd. De uitlatingen van de rechtsbuiten en gelegenheidsaanvoerder leidden tot verbaasde reacties van verslaggever Hans Kraay jr en veel kijkers op X, die het spelbeeld anders inschatten.
De wedstrijd in Amsterdam eindigde in een 2-0 zege voor Ajax door treffers van Davy Klaassen en Jorthy Mokio. Voor Feyenoord, onder leiding van trainer Robin van Persie, was het de tweede nederlaag op rij (na het Europese duel tegen FCSB) en de vierde verliespartij in zestien Eredivisieduels dit seizoen. Door het resultaat groeit de achterstand op koploper PSV tot negen punten, waardoor de kans op de landstitel sterk afneemt.
In het interview hield Hadj Moussa vol dat Feyenoord meer had verdiend omdat het “alles gegeven” had en meerdere kansen creëerde, waarbij hij met name verwees naar mogelijkheden van Ayase Ueda (onder meer een kans na voorbereidend werk van Luciano Valente en een moment waarin Ueda werd gevloerd) en een missertje van verdediger Tsuyoshi Watanabe. Kraay jr betwijfelde die inschatting en vroeg naar concrete grote kansen, waarop Hadj Moussa bleef benadrukken dat de ploeg strijd leverde en vaker gevaarlijk was geweest.
Een nadere blik op de statistieken nuanceert de discussie. Feyenoord had achttien schoten, waarvan slechts één op doel (Quinten Timber in de 80e minuut). Ajax kwam tot vijftien pogingen, waarvan zeven op doel. Opvallend is echter dat Feyenoord volgens ESPN een hoger expected goals‑cijfer noteerde (xG 1,89) dan Ajax (xG 1,25). Die statistiek schat de verwachte doelpunten aan de hand van kwaliteit en type kansen en suggereert dat Feyenoord wel degelijk enkele goede scoringsmogelijkheden creëerde, ook al werden die niet afgemaakt.
Kort gezegd: Hadj Moussa’s beoordeling van de kansenopvang paste niet in het directe kijkbeeld van verslaggevers en fans, maar de onderliggende xG‑cijfers maken zijn stelling minder ongenuanceerd dan het eerste gehoor deed vermoeden.