Emegha debuteert tegen Polen: dit zijn de Oranje-debutanten onder Koeman
In dit artikel:
Ronald Koeman heeft in beide periodes als bondscoach van Oranje talloze spelers hun internationale debuut gegund; sinds zijn eerste aanstelling in 2018 leidde dat tot meer dan dertig nieuwe internationals. De aanleidingen varieerden van beloning voor clubvorm en transfers tot noodoplossingen bij blessures — en soms waren debuten deel van bewust verkennen van nieuw materiaal door de bondscoach.
Eerste periode (2018–2019)
- 23 maart 2018, Nederland–Engeland: Hans Hateboer en Wout Weghorst waren de allereerste spelers die onder Koeman debuteerden. Hateboer kwam toen uit voor Atalanta, Weghorst voor VfL Wolfsburg.
- 26 maart 2018, Portugal–Nederland: Myron Boadu (nee, dat was later — correctie: in die wedstrijd debuteerden Oussama Idrissi? Maar in het artikel: Tij Til en Justin Kluivert) — concreet: Nicolas Til en Justin Kluivert maakten die dag hun debuut; Til uitblonk bij AZ destijds, Kluivert speelde bij Ajax/AS Roma.
- 31 mei 2018, Slowakije–Nederland: Ruud Vormer beleefde op dertigjarige leeftijd een opmerkelijk late internationale doorbraak.
- 6 september 2018, Nederland–Peru: Frenkie de Jong debuteerde als vervanger van Wijnaldum en groeide uit tot vaste waarde.
- 13–14 oktober 2018, Nederland–Duitsland en neem dagen eromheen: Denzel Dumfries, Steven Bergwijn, Arnaut Danjuma en anderen maakten hun entree; Dumfries zou een vaste rechtsback worden, Bergwijn en Danjuma kende wisselende interlandcarrières.
- 16–19 november 2018: spelers als Rosario en Javairô Dilrosun kregen minuten; Dilrosun raakte bij zijn debuut geblesseerd.
- 2019: Donyell Malen kende een droomdebuut tegen Duitsland (6 september 2019) door meteen te scoren; later dat jaar debuteerden ook Myron Boadu (19 november 2019) en Calvin Stengs (zelfde wedstrijd), die elk korte periodes in Oranje speelden.
Veel van deze spelers werden opgeroepen vanwege sterke clubvorm of transfers richting grotere competities; voor enkele viel de interlandcarrière daarna stil onder opvolgende bondscoaches.
Tweede periode (vanaf 2023)
- Maart 2023 markeerde de herstart van Koemans selectiebeleid, met Lutsharel Geertruida (24 maart) en Mats Wieffer (27 maart) als vroege nieuwkomers in de return van zijn bondscoachschap.
- 18 juni 2023, Nations League: Joey Veerman debuteerde en leverde een assist in de troostfinale tegen Italië.
- September 2023 leverde nieuw bloed als Tijjani Reijnders (7 september), een zomertransfer naar AC Milan, en doelman Bart Verbruggen (13 oktober), die door afwezigheid van andere keepers in de basis stond.
- 13 oktober 2023 was een avond vol debutanten tegen Frankrijk: naast Verbruggen scoorde Quilindschy Hartman op zijn debuut, en ook Jeremie Frimpong en Micky van de Ven maakten hun eerste minuten.
- Najaar 2023 en 2024: Brian Brobbey (16 oktober 2023) speelde een cruciale rol als invaller in een EK-kwalificatiewedstrijd; jong talent Jorrel Hato (21 november 2023) werd met zeventien jaar een van de jongste debutanten en noteerde zelfs een assist; Thijs Dallinga maakte ook zijn debuut in diezelfde periode.
- 2024–2025: Quinten Timber (26 maart 2024) en Joshua Zirkzee (6 juli 2024, kwartfinale EK 2024) kregen hun eerste minuten, waarbij Zirkzee bijdroeg aan de zege die de halvefinale mogelijk maakte. Jan Paul van Hecke debuteerde op 10 september 2024, Ian Maatsen volgde op 23 maart 2025.
- 7 september 2025, Litouwen–Nederland: Sem Steijn maakte zijn eerste minuten en werd door Koeman genoteerd als de dertigste debutant in deze periode.
- In de recente WK-kwalificatieronde riep Koeman opnieuw enkele nieuwe namen op: Luciano Valente werd opgenomen in de selectie en Emmanuel (Emanuel/Emegha) maakte volgens het stuk zijn debuut in het duel tegen Polen — een illustratie van hoe blessures en vorm kansen blijven creëren.
Patronen en gevolgen
- Koeman gebruikt debuten zowel om jonge talenten te testen als om spelers te belonen voor sterke seizoenen in hun clubs — transfers naar Serie A, Premier League of andere topcompetities gaven vaak aanleiding tot oproepen.
- Sommige debutanten groeiden uit tot vaste internationals (Frenkie de Jong, Denzel Dumfries), anderen verschenen kortstondig op het internationale toneel en verdwenen daarna uit beeld (bijv. Kluivert, Dilrosun, Rosario, Boadu).
- Koemans selectiebeleid blijkt pragmatisch: noodzaak door blessures of het benutten van goede vorm leidt regelmatig tot verrassende en succesvolle introducés (Malen, Hato, Zirkzee).
Kortom, onder Ronald Koeman kregen en krijgen tal van spelers hun kans bij Oranje — van doorwinterde profs die eindelijk een beloning kregen tot tieners die met hun eerste minuten al indruk maakten. Het resultaat is een flinke vernieuwing van de selectie, met wisselende succesverhalen en een duidelijke focus op het blijven verkennen van nieuw talent.