Financiële problemen voor Ajax na binnenlandse huurtransfers
In dit artikel:
Ajax verhuurde dit seizoen negen spelers, waarvan zeven aan Nederlandse clubs, maar die strategie lijkt de club tot nu toe in de vingers te snijden. Technisch directeur Alex Kroes wilde tijdens de zomer de selectie versmallen en het salarishuis ontlasten door spelers te verkopen of uit te lenen; veel huurlingen bleven daarbij binnen de Eredivisie of Keuken Kampioen Divisie spelen. De zeven binnenlandse uitleenbeurten betreffen Julian Rijkhoff (Almere City), Nick Verschuren (FC Volendam), Ahmetcan Kaplan (NEC), Dies Janse (FC Groningen), Tristan Gooijer (PEC Zwolle), Jan Faberski (PEC Zwolle) en Amourricho van Axel-Dongen (sc Heerenveen).
Volgens FootballTransfers zijn de geschatte transferwaarden (ETV) van al deze in Nederland spelende ajacieden gedaald, wat een financieel risico voor Ajax oplevert. De grootste waardedaling geldt voor Ahmetcan Kaplan: van €6,9 miljoen naar €5,7 miljoen. Ook Julian Rijkhoff zag zijn ETV teruglopen van €1,4 miljoen naar €1,1 miljoen; in augustus 2024 bereikte hij nog een piek van €2,8 miljoen. Daarmee is Rijkhoffs waarde in iets meer dan een jaar meer dan gehalveerd.
Ajax kan nog hopen op herstel, aangezien het seizoen nog niet half is: spelers als Dies Janse, die wekelijks speelt en lof krijgt, kunnen hun marktwaarde herstellen. Voor spelers zonder zicht op speeltijd in Amsterdam, zoals Kaplan, is de huidige ontwikkeling echter zorgwekkender dan de club bij aanvang van de uitleenbeurten wellicht had verwacht.