Hoe staat PSV er nu voor? Selectie en transfers zorgen voor twijfels
In dit artikel:
PSV, onder leiding van trainer Peter Bosz en als regerend landskampioen, oogde in het uitduel met NEC in Nijmegen (zaterdag) aan de ene kant bruisend aanvallend maar aan de andere kant zorgwekkend onrustig verdedigend. Het duel eindigde in een zevenklapper: 3-5, waarmee de Eindhovenaren opnieuw tegendoelpunten ontvingen. De Telegraaf trekt daarop aan de alarmbel: PSV kreeg in de eerste zes competitieduels al negen tegengoals, een veel slechtere start dan in voorgaande seizoenen.
De twijfel spitst zich toe op de grote zomerse uitgaven en de moeizame integratie van nieuwe spelers. PSV trok deze transferzomer 65,5 miljoen euro uit, inclusief dure aankopen zoals Ruben van Bommel en Paul Wanner (samen ruim dertig miljoen), plus huurlingen. Veel van die nieuwkomers kwamen tegen NEC niet of nauwelijks in actie: onder anderen Gasiorowski (9 mln), Paul Wanner (15 mln) en Dennis Man (9 mln) stonden op de bank of bleven buiten de wedstrijdselectie. Vlak voor het sluiten van de transfermarkt werd Myron Boadu nog aangetrokken; hij kwam wél in en scoorde direct.
Kortom: offensieve potentie is er, maar verdedigende stabiliteit en de vlotte opname van zomeraankopen ontbreken nog — iets wat vragen oproept over PSV’s perspectief, ook in de Champions League.