Noorse media komen superlatieven te kort: 'Goed genoeg voor de finale'
In dit artikel:
Noorwegen keert voor het eerst sinds 1998 terug op een WK nadat het land een uitzonderlijke kwalificatiereeks afrondden, met als hoogtepunt een 4-1 zege op Italië in Milaan. In acht duels scoorde Noorwegen 37 keer — een Europees record — en gemiddeld 4,63 doelpunt per wedstrijd, meer dan recente topteams in hun kwalificaties. Bondscoach Ståle Solbakken was zichtbaar onder de indruk van met name de tweede helft tegen Italië.
Erling Braut Haaland speelt een cruciale rol: hij maakte zestien treffers tijdens de campagne en evenaarde daarmee het Europese kwalificatierecord van Robert Lewandowski, en dat in twee wedstrijden minder. In San Siro kreeg hij zowel tegenwerking van tegenstanders en delen van het publiek als uiteindelijk applaus toen hij gewisseld werd; duizenden Italianen verlieten het stadion vroegtijdig. Haalands invloed en scoringsdrift worden door media en fans gezien als doorslaggevend voor de doorbraak van de nationale ploeg.
De binnenlandse pers spreekt van het begin van een nieuw tijdperk. Commentatoren en oud-trainers, waaronder Egil “Drillo” Olsen, prijzen de ploeg en durven ambitieuze uitspraken te doen over ver reikende toernooiprestaties. Een emotionele noot in de berichtgeving komt van Espen Solbakken, broer van de bondscoach, die de kwalificatie relateert aan persoonlijke omstandigheden en familieverlies eerder dit jaar.
In Noorwegen zelf domineert euforie, maar er is ook realisme: peilingen geven de voorkeur aan uitschakeling in de achtste of kwartfinale, al hoopt een deel van de aanhang zelfs op de finale. VG Sporten waarschuwt wel voor nuchterheid, maar erkent dat deze generatie het potentieel heeft om geschiedenis te schrijven. De kwalificatie tegen Italië — een ploeg die thuis zelden faalt — en de indrukwekkende cijfers maken Noorwegen tot een team dat internationaal serieus genomen moet worden bij het komende WK.