Oranje op rapport: vijf onvoldoendes en geen uitblinkers na gezapig duel in Polen
In dit artikel:
Oranje staat met anderhalve been op het WK, maar kreeg in Warschau tegen Polen een moeizaam en weinig overtuigend optreden te verwerken: 1-1. Polen kwam vlak voor rust op voorsprong via Jakub Kamiński, waarna Memphis Depay na de pauze namens Nederland uit een rebound de gelijkmaker produceerde — zijn achtste doelpunt in deze kwalificatiereeks.
Doelman Bart Verbruggen hield zijn ploeg op de been met enkele knappe reddingen in de tweede helft; tegen de treffer van Polen kon hij weinig beginnen. Achterin oogde het Nederlands elftal kwetsbaar. Lutsharel Geertruida verving de geblesseerde Denzel Dumfries, maar zijn eerste helft was zwak en hij voelde zich zichtbaar onwennig tegen de zijlijn; hij knokte zich in de tweede helft terug naar een minimale voldoende. Jurriën Timber en vooral Virgil van Dijk maakten geen sterke indruk: Timber werd bij de 1-0 geklopt door Robert Lewandowski en Van Dijk liet zich bij dat moment passief lijken. Micky van de Ven deed enkele aanvallende rushes maar verloor herhaaldelijk Matty Cash, die veel ruimte kreeg op rechts — iets wat de ploeg organisatorisch schijnbaar niet goed had dichtgezet.
Op het middenveld was Frenkie de Jong opnieuw bepalend in balbezit maar met traag spel dat het tempo van de wedstrijd remde; hij verrichtte ook verdedigend werk en maakte weinig fouten. Ryan Gravenberch bleef onzichtbaar en kon zijn stempel niet drukken. Justin Kluivert werkte veel maar leverde te weinig dreiging.
Voorin was de productie pover. Donyell Malen was actief maar slordig en miste grote kansen; hij leverde een gemiste kopkans die op miraculeuze wijze alsnog werd afgerond door Memphis. Cody Gakpo leverde de voorzet waarop Memphis scoorde, maar zijn spel was voorspelbaar en hij werd vaak dubbel gedekt. Memphis zelf speelde tot zijn goal geen hoogstaande wedstrijd, maar zijn neus voor doelpunten blijft bepalend.
Bondscoach Ronald Koeman krijgt kritiek omdat zijn ploeg wederom in te laag tempo speelde en onvoldoende reageerde op Polen’s spel — met name de opkomende Cash werd onvoldoende afgestopt. Tactische keuzes leken niet te verhinderen dat dezelfde ruimte telkens ontstond, waardoor Oranje soms verrast werd door eenvoudige flankacties.
In de slotfase kwamen invallers als Jan Paul van Hecke, Tijjani Reijnders, Jerdy Schouten en debutant Emmanuel Emegha nog binnen de lijnen, maar zij kregen te weinig speeltijd om invloedrijk te zijn of beoordeeld te worden.
Kort samengevat: resultaat genoeg voor een flinke stap richting het WK, maar de wedstrijd toonde een aantal kwetsbaarheden — defensief onrustig, traag middenveldspel en voorin te weinig effect — waar Koeman en zijn selectie nog werk aan hebben voordat ze als team overtuigend kunnen optreden.