Peter Bosz zadelt PSV met miljoenenprobleem op door flinke beslissing

In dit artikel:

Peter Bosz zet dit seizoen bij PSV onverwacht Guus Til als spits in, waardoor de drie traditionele centrumaanvallers op de bank of langdurig geblesseerd zijn geraakt. Aanvankelijk moest PSV na het vertrek van Luuk de Jong alternatieven zoeken: Ricardo Pepi raakte vroeg geblesseerd, Alassane Pléa werd voor 4,5 miljoen aangetrokken maar liep een ernstige blessure op, en Myron Boadu (kostte PSV 800.000 euro) kampte eveneens met fysieke problemen. Bosz koos daarop voor Til — van origine een aanvallende middenvelder — als ‘goaltjesdief’ dankzij zijn uitstekende positionering, met Ivan Perisic en aanvankelijk Ruben van Bommel of Dennis Man op de flanken. Die omschakeling leverde sportief succes op: PSV ging beter presteren en de geblesseerden bleven op de tribune zitten toen ze terugkeerden.

Dat heeft financiële consequenties: de investering in Pléa en Boadu ligt al boven de vijf miljoen en de marktwaarde van Pepi blijft door blessures en bankzittersschap op ongeveer 18,3 miljoen steken. Omdat het elftal goed draait, is Bosz geneigd vast te houden aan Til als aanspeelpunt — mogelijk ook als Pléa in 2026 terugkeert — maar dat kan op termijn duur uitpakken voor PSV.