PSV valt op in Europa: dit zeggen de statistieken over het spel in de Champions League

In dit artikel:

PSV staat na drie Champions League-wedstrijden op vier punten en een doelsaldo van +2 (8–6). Onder leiding van Peter Bosz speelt de ploeg aantrekkelijk en vaak dominant, maar het beeld is dubbel: buitengewoon efficiënt in de aanval, maar kwetsbaar achterin.

Aanvallend scoort PSV gemiddeld 2,67 doelpunten per wedstrijd, terwijl de expected goals (xG) op 1,43 ligt — de ploeg benut dus kansen ruim boven verwachting. Thuis is dat nog duidelijker: 3,5 goals gemiddeld tegenover een thuis-xG van 1,72. De 6–2 zege op Napoli springt eruit. Verder vallen cijfers als 72% van de treffers in de tweede helft en een schotconversie van ongeveer 23% op.

Tegelijkertijd laat de verdediging steken vallen: zes tegengoals in drie duels (2 per wedstrijd), geen enkele clean sheet en op het Philips Stadion gemiddeld 2,5 tegengoal per thuiswedstrijd. De xGA van 1,53 suggereert dat tegenstanders vaker scoren dan hun kansen rechtvaardigen. Keeper Matej Kovar moest zeven keer reddend optreden. De pressing en duels brengen ook zorgen: PSV verloor 26 tackles en won ongeveer 55% van de defensieve duels.

Qua spelcontrole heeft PSV wel de bal (59% bezit, 88% passnauwkeurigheid). Joey Veerman is het aanspeelpunt met 201 geslaagde passes; Mauro Júnior en Jerdy Schouten volgen. De ploeg genereerde 64 shot-creating actions en 13 goal-creating actions, maar die dominantie vertaalt zich niet consistent in verdedigende stabiliteit. Halverwege de groepsfase tonen de cijfers een aanvalsteam met hoge efficiëntie maar met de noodzaak om defensief evenwicht te vinden om kansrijk te blijven voor overwintering.