Toen Dick Advocaat zijn kans kreeg: 'Een hobby? Daar heb ik geen tijd voor'
In dit artikel:
Voetbal International viert zijn zestigjarig bestaan door historische interviews te herpubliceren, waaronder een portret uit de zomer van 1987 van Dick Advocaat vlak voor zijn debuut als hoofdtrainer in de Eredivisie bij HFC Haarlem. Advocaat, destijds 39 jaar en voormalig assistent van bondscoach Rinus Michels, koos bewust voor deze stap om zelf verantwoordelijkheid te dragen en niet langer in een veilige, ondersteunende rol bij de KNVB te blijven. Hij wilde zich onafhankelijk ontwikkelen en tekende een contract voor twee jaar bij Haarlem, met de ambitie om daarna naar een grotere club of het buitenland te gaan, geïnspireerd door buitenlandse trainers als Leo Beenhakker.
Advocaat groeide op in een bescheiden gezin met vijf kinderen in Den Haag, waar hij zich als kind moest leren redden na het vroege overlijden van zijn vader. Hij raakte al jong verbonden aan ADO, waar hij zich met veel inzet en doorzettingsvermogen omhoog vocht, mede geïnspireerd door zijn oudere broer Jaap, die een profcarrière had. Hij beschreef hoe hij als jonge speler harde training en discipline combineerde met het opkomen voor zichzelf en een sterke teammentaliteit in een tijd waarin het straatvoetbal centraal stond.
De invloedrijke periode onder trainer Ernst Happel bij ADO maakte veel indruk op hem, vooral door de autoriteit en werklust die Happel uitstraalde. Advocaat herinnerde zich de strikte scheidingen binnen het team, waarbij jonge spelers als hij vaak een aparte kleedkamer hadden en respect moesten afdwingen zonder veel woorden te gebruiken. Zijn ambitie, harde werken en gedrevenheid waren sleutels in zijn ontwikkeling tot een gerespecteerd voetballer en later coach. Dit interview toont een vaderlandse voetbalpersoonlijkheid in een cruciale overgangsfase, gedreven door onafhankelijkheid en passie voor het spel.