Zeven Oranje-conclusies: volledige linie stelt teleur, Finland verdient bedankje

In dit artikel:

In Warschau kwam Oranje niet verder dan 1-1: tegen een uitgekiend verdedigend blok van Polen vond het Nederlands elftal geen antwoord, waarna de positie in poule G ongewijzigd bleef maar de zenuwen niet verdwenen. Polen koos, net als in de ontmoeting van twee maanden geleden in Rotterdam, voor massale defensie en trok vooral via rechtsback Matty Cash gevaar, iets waar Nederland niet adequaat op reageerde. Het lage baltempo en een tactiek die niet aansloot bij het stugge systeem van de tegenstander zorgden ervoor dat Polen nauwelijks in de problemen kwam.

Memphis Depay was opnieuw cruciaal en zorgde met zijn doelpunt voor de gelijkmaker; zijn kwalificatierecord staat nu op acht treffers en vier assists, waarmee hij een groot aandeel heeft in de stand van zaken. Tegelijkertijd toonden de verdedigers – Lutsharel Geertruida, Jurriën Timber, Virgil van Dijk en Micky van de Ven – kwetsbaarheden; met name Geertruida, Van Dijk en Van de Ven kregen op verschillende momenten problemen, wat Ronald Koeman ongetwijfeld zorgen baart over de achterhoede.

De 1-1 heeft ondanks de tegenvallende prestatie weinig directe gevolgen: door Finlands onverwachte zege op Polen in juni staat Nederland met nog één wedstrijd te gaan drie punten voor, waardoor een gelijkspel tegen Litouwen maandagavond (20.45 uur, Johan Cruijff ArenA) voldoende is om het WK-ticket veilig te stellen. Emanuel Emegha maakte in de slotfase zijn debuut, een persoonlijke mijlpaal na lang wachten.

Al met al blijft de kwalificatiecampagne teleurstellend: Nederland overtuigde zelden en behaalde slechts enkele onbetwiste overwinningen (thuis tegen Malta en Finland). Voor het WK komende zomer zal er duidelijk scherpere en consistenter spel nodig zijn.