Zo wil Feyenoord zorgen dat de internationals fit terugkeren naar Rotterdam

In dit artikel:

Tijdens de huidige interlandperiode reizen meerdere Feyenoord-spelers naar verre bestemmingen — onder meer In-Beom Hwang, Ayase Ueda, Jordan Bos en Cyle Larin — wat voor clubs risico’s op vermoeidheid en blessures met zich meebrengt. Feyenoord probeert dat risico te beperken, maar heeft volgens Rijnmond weinig zeggenschap over hoe nationale bondscoaches de spelers uiteindelijk inzetten.

De club deelt wel medische data met de bonden, zoals belastbaarheid, fitheid en herstelcijfers, en onderhoudt nauw contact met de medische staf van de betrokken landen. Die informatie blijft echter adviserend van aard; Feyenoord kan wel aanbevelingen doen (bijvoorbeeld om een speler rust te geven bij klachten), maar beslissingen over inzet liggen bij de nationale teams.

Spelers zelf zeggen zich doorgaans goed begeleid te voelen. Larin geeft aan dat hij tijdens interlandweken goed wordt begeleid, Bos erkent dat de jetlag zwaar valt maar regelt zijn herstel actief. Feyenoord monitort al jaren slaap, jetlag en recuperatie — spelers dragen ringen die slaapkwaliteit meten — zodat de medische staf op individueel niveau kan bijsturen en praktische adviezen kan geven (zoals bij aankomst wakker blijven en direct actief blijven).

De situatie van Hwang geldt als het meest zorgwekkend omdat hij net van een blessure hersteld is maar toch naar Zuid-Korea reist. Sportief en medisch personeel ziet oproepen naar nationale teams als een eer, maar benadrukt dat er geen garanties zijn dat alle internationals ongeschonden terugkeren.